Trekken of blijven

Ronduit spectaculair, de kraanvogeltrek! In grote en kleine v-formaties trekken ze over ons heen en over de Pyreneeën naar nog warmere oorden. Die beesten kletsen al vliegend continu met elkaar, een heel bijzonder geluid. Ik word er een tikje weemoedig van; het is een teken dat de zomer nu echt voorbij is, en ook dat Nederland zo ver weg is, want diezelfde vogels werden eerder in Nederland gespot. Een soort “ik vertrek”-connectie. Maar, zoals je verderop zult lezen, de trekvogels zijn beter af dan de overwinteraars!

Nou kom ik net terug uit Nederland hoor, waar ik na een zeer gezellige bezoek-week een loodzware rugzag terugzeulde vol nieuwe kleren in mijn maat, boeken, biologische bloembollen, Hollandse kaas, appelstroop, drop, pepernoten, taaitaai en een chocoladeletter L. En met een snotneus, want boven Parijs is iedereen gewoon verkouden, verkouden geweest of moet ’t nog worden.

Eenmaal hier terug was het de hoogste tijd om de tuin winterklaar te maken, al hebben ze hier geen aanbieders van neutronenkorrels. Na een stevige storm lagen alle noten en bladeren op de grond, dus dat was rapen geblazen. Veel noten laat ik liggen, andere plant ik in de grond, de rest droog ik, al is het 100x mijn jaarlijkse consumptie, daar moet nog wat op worden verzonnen. De zwarte walnoot verpakt zichzelf in een soort gifgroene tennisbal die heerlijk naar bergamot ruikt.

Zwarte walnoot verpakt als tennisbal

De bladeren die op grind en erf vallen verzamelen we, het snoeihout versnipperen we en met gras, keukenafval en as van verbrande bramenstaken hebben we een flinke hoeveelheid als basis voor compost. Die benut ik onder andere voor de hügelbedden, dat zijn verhoogde teeltbedden waar ik later groenten in ga verbouwen. Je graaft maar een klein beetje grond af, legt oude boomstronken in de kuil met wat wilgen, grond en compost en klaar is je hugelbed. Het zorgt ervoor dat de aarde wat meer lucht krijgt dan die compacte klei, de bomen/takken vergaan langzaam en geven dan voeding af, waardoor je niet ieder jaar hoeft te bemesten. Daarnaast is het een heuveltje, dus heb je een noord-en zuidhelling en hoef je minder te bukken.

Hügelbedden in de maak

Ondertussen hebben we het asbest dak van het varkenskot helemaal verwijderd en er een nieuw dak opgelegd. Asbest heeft een incubatietijd van 40 jaar, ik zeg het maar even tegen diegenen die op onze gezondheidsrisico’s letten. Op het nieuwe dak komen in het voorjaar de zonnepanelen. Ik ben heel blij met het gedeelte dat nu dienst kan doen als kas. Luuk heeft een pomp aangelegd waardoor het putwater opgepompt kan worden. Eau definitivement NON potable, man wat ziet ’t er goor uit. Maar, uitstekend voor de plantjes!

walnoten in de kas

Die trekvogels dus, die vliegen hoog genoeg, gelukkig, want de lokale laagvliegers moeten het in dit seizoen ontgelden. Vanochtend om zes uur, in het pikkedonker, waren er al jagers aan het schieten. Een doffe pang. Hoe doen ze dat in het donker? De meeste jagers hoor je overdag continu in de weer. In november willen we daarom wel het traditionele ‘Palombe flambé au capucin’ menu eten in Saint Palais, maar voorlopig zijn alle avonden uitverkocht. Het is een traditie specifiek voor ‘ons’ dorp waar deze vers geschoten houtduiven op de barbecue worden gegrild en met gesmolten vet worden overgoten met behulp van een olietuutje dat sterk doet denken aan batikken (capucin verwijst naar de vorm van de kappen van kapucijner monniken). Batikken dus, voor mannen, op duiven. Ik snap het best als je de Baskische tradities niet helemaal ziet zitten.

Batikken voor mannen